Asymmetrische onderkaak en/of bovenkaak
Bij asymmetrische groei van de onderkaak valt de scheefstand van de onderkaak op. Dit kan zich op verschillende manieren uiten.
De onderkaak kan naar links of rechts scheef staan, de kin en het midden van de ondertanden staan dan naast het midden van het gezicht (de scheefstand is dan dus met name horizontaal).
De scheefstand kan zich ook juist meer verticaal uiten, de onderrand van de onderkaak staat dan lager aan de aangedane kant, en ook de kiezen staan dan aan deze kant lager.
Ten slotte kan de scheefstand van de onderkaak zich ook in een mengvorm van bovenstaande uiten (dus zowel horizontaal en verticaal). De bovenkaak kan zich in sommige gevallen in de groei aanpassen aan de onderkaak en kan dus ook betrokken zijn in het beeld.
Belangrijk is om onderscheid te maken of de scheefgroei nog toeneemt of niet meer. Dit kunt u zelf nagaan door foto’s van het gezicht van de afgelopen 2-3 jaar te vergelijken. Ook als de pasvorm van de tanden (de beet of “occlusie”) veranderd is kan dit erop duiden dat de scheefgroei nog actief is.
Daarnaast kan in het ziekenhuis, na een consult bij de kaakchirurg, een scan vervaardigd worden door de nucleaire geneeskunde om te kijken of het groeicentrum nog actief is. Dit is een Technetium-scan (SPECT-CT) of een Natrium-Fluoride-scan (PET-CT).

Röntgenbeeld van asymmetrische onderkaak. Rechts de beelden van de PET-CT die duiden op een actief/persisterend groeicentrum.
Indien het groeicentrum nog actief is kan afgewacht worden tot het groeicentrum is uitdooft, of het groeicentrum kan operatief verwijderd worden (hoge condylectomie).
Als het groeicentrum niet (meer) actief is of als het groeicentrum verwijderd is, kan de kaakstandafwijking en de asymmetrie gecorrigeerd worden. Dit kan middels de volgende operaties: