Open beet
Een open beet kan gepaard gaan met andere standsafwijkingen van bovenkaak en onderkaak, maar kan ook op zichzelf staan.
Bij een open beet zit er bij het dichtbijten ruimte tussen de snijtanden van onderkaak en bovenkaak. Functioneel zorgt dit ervoor dat het afhappen niet lukt. Daarnaast kan het ook gepaard gaan met klachten van slissen.
Bij een grote afwijking waarbij niet alleen de snijtanden open staan maar ook de voorste kiezen, is er bij het dichtbijten alleen contact op de achterste kiezen. In dit geval is het kauwen ook lastiger, kunnen er pijnklachten optreden van kauwspieren en kaakgewrichten, en kunnen de achterste kiezen door overbelasting klachten geven en sneller slijten.
Een open beet gaat vaak gepaard met afwijkende tong gewoonten, zoals het tussen de tanden plaatsen van de tong bij slikken. Bij behandeling van een open beet is daarom vaak ook behandeling van een logopedist nodig om het risico op een recidief (terugkomen van de open beet) te verkleinen.
Een open beet kan met 2 verschillende operaties verholpen worden (afhankelijk van de specifieke onderliggende afwijking):
- Bovenkaak verplaatsing (Le Fort 1 osteotomie)
- Gecombineerde onderkaak en bovenkaak verplaatsing (bimax of bimaxillaire osteotomie)
Voorbeelden van behandelde patiënten: